regel 2      
                           
        De alfa bevind zich meestal (letterlijk) op een hoger niveau.    
                           
   

In een natuurlijke roedel.

In een natuurlijke roedel (met alleen honden) zie je vaak dat de alfa hoger zit, staat of ligt dan de rest van de roedel. Het lijkt alsof hij het overzicht wil hebben over z'n familie. Hij toont letterlijk dat hij hoger staat dan de rest. Ook huishonden zoeken om deze reden vaak een verhoging om op te zitten of liggen. Een leuning van bank of stoel is vaak een favoriet.

Bij mensen.

Bij mensen hebben we dit uiteraard ook. Het eerste voorbeeld wat bij mij opkomt is de paus. Als hij mensen toespreekt staat hij op zijn balkonnetje wat op een meter of 10 hoog in de lucht aan de muur is bevestigt. Hij kijkt uit op zijn volk. Om even bij de paus te blijven. Dit kan ook een goede reden zijn waarom mensen denken dat god boven woont. Hoger dan dat kan niet.
Nog een voorbeeld is een spreker die een menigte toespreekt. Ook die staat op een verhoging, het welbekende sinaasappel kistje. De douane op het vliegveld heeft niet voor niets zo'n hoog bureau. Ook dit straalt een belangrijke rang uit. Prijswinnaars. De eerste prijs staat het hoogst, dan iets lagere de 2de en het laagst staat de derde prijswinnaar. Allemaal zeer duidelijke voorbeelden die een bepaalde rang uitstralen. Zonder dat iemand dit geleerd heeft begrijpt iedereen dit. Sinterklaas heeft een hoge mijter op. Ook dit is rangbepalend. Dit resulteert vaak in dat kinderen toch een beetje bang voor hem zijn.

 

Hoe passen we deze regel toe met een hond in ons gezin.

Laat niet toe dat je hond in jou bijzijn een hoge positie inneemt (bijvoorbeeld op de bank). Doet hij dit wel dan motiveer/lok je hem (zonder boos worden of je stem te verheffen) naar een lagere plaats. Beloon hem iedere keer als hij die plaats inneemt. Mocht je nu toch per se je hond gezellig op schoot willen hebben, verlaag je dan (letterlijk) tot zijn niveau en ga op de grond zitten waar de hond op jou initiatief dan wel op schoot mag. Houd wel in je achterhoofd dat een hond het op schoot zitten op zich, kan opvatten als claim gedrag wat in dit geval voor de hond ook een rang verhoging geeft. Hierom is het belangrijk dit alleen te doen op jouw initiatief.

 

Wat je nooit mag doen!

Laat, ook hier weer, je hond nooit zonder toestemming (of uit initiatief van de hond) bij je op schoot kruipen.

Til je hond nooit op in het bijzijn van een andere hond (of mens) met een hogere rang of houding. Hiermee geef je je hond een hoge positie wat vooral in het geval van een andere dominante of hoger in rang staande hond verkeerd kan worden opgevat. In dit geval kan deze hond je hond corrigeren (hij laat immers niet toe dat een rang lagere een hogere positie aanneemt) met alle gevolgen van dien. Een uitzondering hierop, vind ik, is in geval van nood. Ik heb zelf een zeer klein hondje (vlinderhondje) en het risico dat deze aangevallen word en daarbij verscheurt word is groter dan als ik een grote hond zou hebben. Als je in zo'n situatie komt dat er een hond aankomt die doelbewust op je hondje af komt kun je deze uit veiligheids overweging optillen. Een voorwaarde, en om te voorkomen dat deze hond jou per ongeluk grijpt, is wel dat je het kleine hondje zo veel mogelijk uit het zicht brengt. Draai de dolle hond de rug toe, maak je groot en ga recht op staan en probeer het kleine hondje zoveel mogelijk te verbergen onder een jas o.i.d. Loop in een normale wandelpas van de hond vandaan en probeer deze zoveel mogelijk te negeren. Raak niet in paniek. Als je namelijk gaat gillen of schreeuwen fok je de dolle hond alleen op. In zijn taal moedig je hem dan aan. Begrijp goed dat dit een noodsituatie is en geen normale situatie. Een hoge uitzondering dus.

Sta nooit toe dat je hond een hoge positie in bijzijn van jezelf aanneemt. Laat een hond bijvoorbeeld nooit voorbijgangers wegjagen. Hiermee maakt hij namelijk iedereen duidelijk dat hij een hogere positie in rang wil, of al heeft aangenomen.

 

 
                           
                       
              regel 3