regel 5    
                         
        De alfa wint altijd alle vecht en krachtspelletjes.      
                         
   

In een natuurlijke roedel.

In een natuurlijke roedel (met alleen honden) zie je dat een hogere in rang ook altijd een hogere houding aanneemt. Je ziet dan ook dat deze hond bepaald wanneer het spel is afgelopen en altijd zal winnen.

Bij mensen.

Ook hier zie je weer vooral bij kinderen dat als een kind dat zich hoger in rang voelt of staat meestal kwaad word als hij of zij een spelletje niet kan winnen. Vaak gaan andere kinderen (en ook volwassenen) hier op in door dat kind dan maar te laten winnen. Dit bevestigd de rang van het kind door het winnaarsgevoel wat word gegeven. Dit soort mensen willen meestal ook het laatste woord hebben in een discussie. Als ze het niet hebben proberen ze het vaak hoe dan ook te krijgen.

 

Hoe passen we deze regel toe met een hond in ons gezin.

Zoals hiervoor al besproken, zorg er altijd voor dat je het laatste spelletje wint. Het is geen ramp om de hond eens te laten winnen maar zorg er wel voor dat je het grootste deel van het spel domineert. Het hangt van het karakter van de hond af hoe vaak dit gebeurt. Laat een dominante hond nooit winnen, een onderdanige hond mag wel af en toe eens winnen.

 

Wat je nooit mag doen!

Laat het laatste spelletje nooit door de hond winnen.

Laat een apporteer spelletje nooit eindigen door het speeltje weg te gooien. Door dat de hond het ophaalt en jij wegloopt heeft de hond feitelijk gewonnen. Hij eindigt namelijk met het speeltje/de prijs.

 

 
                         
                       
              regel 6